maandag

Gekke mama



Als mama doe je rare dingen om je kind blij te maken.

Zo naaide ik gisteren kop en neus weer vast aan een verfomfaaide knuffeldoekmuis, omdat E dit tweedehandse, afgeragde ding veel fijner vindt, dan het zijdezachte, nieuwe exemplaar. Ik dans op zoete babymuziek, omdat dat E aan het lachen maakt. Ik maak scheetgeluiden in haar nek, omdat ze dan gaat gillen van plezier. Ik laat zien hoe je uit een tuitbeker drinkt. Ze denkt namelijk dat ze daarin moet blazen, waardoor ze zichzelf telkens een diksapdouche bezorgt door het ontluchtingsgat.

Als klap op de vuurpijl tijgerde ik vandaag door de woonkamer langs een geamuseerd kijkende E. Ik had namelijk gelezen dat het kan helpen om het voor te doen, want het lukt haar na vele verwoede pogingen almaar niet om vooruit te komen.
Ze snapt het nog steeds niet, maar moet wel erg om me lachen. Ik kijk na zes maanden nergens meer van op, voorbijgangers wel trouwens.

donderdag

Babymuis


speelgoedmuis

De j-w-w-kater heeft zoals altijd een geweldige timing en komt ons, tijdens E’s bad- en bedspitsuur, een muis brengen…  een levende babymuis wel te verstaan. Lief wurgt kater inclusief muis onder zijn arm en trekt een sprintje naar de tuin, terwijl ik me verder over E ontferm.
Als E is vertrokken naar dromenland, loop ik de tuin in en zie ik dat kater‘lief’ nog steeds met babymuis aan het spelen is. Hij heeft blijkbaar besloten dat het diertje een langzame dood moet sterven. Ik overweeg het minimuisje af te pakken en hem (of haar, dat kon ik niet zien) naar een andere wereld te helpen, aangezien dat al duidelijk zijn bestemming was. Maar ik weet niet hoe ik dat moet aanpakken. De natuur (de kater dus) moet zijn werk maar doen. Wat ik namelijk wel weet is dat ik het met geen mogelijkheid over mijn hart kan verkrijgen, weekhartig als ik ben.

zondag

Zes



Precies zes jaar geleden ging ik bij de man eten wiens dochter ik nu haar avondhapje aan het geven ben. Hij had een heerlijke ovenschotel gemaakt op een retro oranje fornuis. Hij bleek een echte vrijgezelle mannenflat te hebben met een strijkijzer in de boekenkast en een scheerapparaat op de boekenplank (want dan ligt het zo handig voor het grijpen). Het was een vermakelijke avond, hij draaide plaatjes voor me, terwijl de cd toch echt al lang uitgevonden was.

Niet veel later verhuisde de cavia en een aantal maanden later ik. Tot op de dag van vandaag val ik (bijna) iedere avond glimlachend in slaap, om wie hij is en om wat wij zijn.

donderdag

Bijzondere vanzelfsprekendheid


Waar is april gebleven? Ik blader de verjaardagskalender naar de volgende maand en verbaas me dat het al weer mei is. Ik zie dat er weinig foto’s van E zijn gemaakt in april, haar webalbum is niet bijgewerkt en mijn to do-lijstje puilt uit met namen van mensen die ik wil bellen of mailen.

Ik wacht op de zonnestralen en de zomer, maar het seizoen lijkt stil te staan. De tijd echter niet, E is al bijna een half jaar oud. Als ik een foto van mezelf en E zie, kan ik het maar moeilijk beseffen. Dat is mijn dochter, ik ben mama…
Ze is prachtig en zorgen voor haar voelt zo vertrouwd. Tegelijkertijd lijkt de zwangerschap plaats te hebben gevonden in een parallel universum. Ik met dikke buik op de bank, wachtend op haar komst. Een troebele herinnering.

Als ik aan het werk ben, vergeet ik haar soms eventjes. Als ik ga eten met een vriendinnetje of alleen door de stad fiets, voel ik me geen dag ouder dan toen ik nog studeerde. De restaurantjes zijn wat chiquer en m’n fiets rammelt een stuk minder, dat dan weer wel.

Tot het moment dat ik haar zie, haar grote glimlach me verwelkomt en ik haar warme lijfje tegen me aanhoud. Ze klemt haar armpjes om mijn nek en geeft me een kwijlzoen. Een leven zonder haar is niet meer voor te stellen. De meest bijzondere vanzelfsprekendheid overvalt me: Natuurlijk ben ik mama en dit is mijn dochter!

dinsdag

Loslaten



Wat is het wit, veel witter dan dat van mezelf. Als E de eerste slok neemt laait er een sprankje hoop op dat ze het niet zal lusten, als bewijs dat het loslaten voor haar ook met enige gezonde tegenzin gaat. Maar niks is minder waar, met smaak klokt E de hele fles “Groeiestart”-melk naar binnen. Een productnaam die ik overigens afgrijselijk vind. Hier heeft een ontwerpteam te lang over een cliché nagedacht. De presentatie van het product spreekt me echter wel weer aan. Gewoon als babyvoeding in een vrolijk blik en niet als een of ander medicinaal, multibacterieel, ultra-afweerverhogend voedselhoogstandje. 

Het minimensje dat haar instinct volgde en luid snuffelend naar de tepel hapte is veranderd in een klein meisje dat zelf mijn shirt open sjort om halfslachtig te drinken en tussendoor de tijd te vinden om even bij te ‘kletsen’ en alles om zich heen in de gaten te houden.

Toe maar lieve E, ik ga je weer een klein stukje meer loslaten.